connectillustratie

Het pad van Dru

Interview met Padma McIntyre

Padma McIntyre: ‘Man is made to move’.

Padma McIntyre is een bijzonder inspirerende vrouw. Het is haar grote passie om Dru yoga voor iedereen toegankelijk te maken . Dat is dan ook het thema van haar masterclass op 25 mei.

Padma: ‘Bekijk wat leerlingen kunnen in de bewegingen en neem dat als basis. Het is een spannend en een leuk proces voor jou als leraar. Het scenario verandert voortdurend. Het kaan het zelfvertrouwen voor je leerling versterken: prestatie kan plaatsmaken voor plezier in beweging.’

Het lichaam heeft beweging nodig. Zonder beweging worden we ziek en beweging is een essentiële manier om je te uiten. Is beweging slechts beperkt mogelijk, dan zullen mensen al snel veel nadruk leggen op wat er niet mogelijk is. In Dru Yoga proberen we een ander perspectief toe te voegen: wat is wel mogelijk?

Er is veel meer mogelijk dan we soms denken. Yoga op een stoel kan mensen helpen om weer plezier en zelfvertrouwen te vinden in beweging. En de effecten van ‘stoelyoga’ kunnen sterk zijn: ook in de pranamaya en manomaya kosha’s kan veel worden veranderd.

Wat kun je doen als een nieuwe leerling komt met klachten?
Vraag een leerling om eerder naar de les te komen en neem een kwartier de tijd om de volgende vragen door te nemen:

1) Krijgt je leerling ondersteuning van een specialist? Zo ja, vraag dan altijd waaruit die begeleiding bestaat. Is de specialist een fysiotherapeut, vraag dan welke oefeningen zijn gegeven.

2) Informeer welke bewegingen als plezierig worden ervaren.

3) Vraag welke bewegingen pijnlijk zijn of helemaal niet kunnen worden uitgevoerd.

Je verzamelt op deze manier waardevolle informatie die je kunt gebruiken om aanpassingen te ontwikkelen. En zorg ervoor dat je bewegingen aanbiedt die de leerling als plezierig ervaart. Dit kan helpen om vertrouwen in beweging sterker te maken. Als een leerling weer plezier in beweging ervaart, kunnen nieuwe bewegingen worden toegevoegd. En zo kan ook voor verandering worden gezorgd.

Vraag na afloop van de les hoe je leerling de oefeningen heeft ervaren. Vraag welke oefeningen goed waren en welke minder plezierig. Maak duidelijk dat je als docent je leerling graag begeleidt en op zoek gaat naar aanpassingen.

Meebewegen met wat je observeert
Al je leerlingen nemen iets mee naar de les: gedachten, emoties en ervaringen. Niemand komt leeg aan. Door de activatie raken mensen een deel van deze bagage kwijt: plezier, lachen en muziek helpen hierbij.

Je belangrijkste rol als yogaleraar is om te observeren. Je kijkt hoe mensen bewegen en speelt daarop in. Als je bijvoorbeeld ziet dat je leerlingen moeite hebben zich te concentreren, dan kan tadasana helpen. Soms kies je juist voor nog wat meer vloeiende bewegingen, zoals de lemniscaat bewegingen. Of voor verschillende bewegingen van de wervelkolom.

Onderdeel van de groep zijn. Vertrouwen.
Leerlingen willen graag deel van de groep zijn. Ze zijn in jouw yogales en de leerlingen vertrouwen jou. Jij kunt als docent dus aangeven wat goed is voor een leerling. Bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Ik denk dat je meer aan deze houding zult hebben, als je je heupen stabiel en ontspannen kunt houden. Probeer maar hoe het is om op een stoel mee te doen’. Je nodigt leerlingen uit en geeft ze een reden om het op die manier te doen. Dat zorgt ervoor
dat een leerling denkt: ‘Mijn docent heeft hierover nagedacht voor mij’, zo ontstaat vertrouwen. En jij als docent kunt op die manier leerlingen uitnodigen om op een stoel mee te doen of bijvoorbeeld te gaan liggen.

Leerlingen zijn een leraar voor jou!
Iedereen heeft verschillende lengtes van spieren. Weefsels en elasticiteit zijn verschillend, dus iedereen beweegt op een verschillende manier. De draaiing van de heup is bijvoorbeeld anders bij verschillende mensen. Yoga gaat over het accepteren van en het werken met je lichaam. Het is jouw lichaam en jouw tijd: het is een intern proces. Correcte en geschikte bewegingen ondersteunen hierbij. Leerlingen die beperkingen hebben of langdurig ziek zijn, kunnen je veel leren. Ze zijn een leraar voor jou! Het kan jou als docent een gevoel van dankbaarheid geven dat ze in je les zijn.

Jij en je leerling vormen een team
Je kunt deuren openen voor je leerlingen door met ze mee te denken en ze uit te nodigen op hun manier mee te doen. En werk hierbij samen als een team. Dit betekent dat je niet alle kennis in huis hoeft te hebben. Je kunt wel de juiste vragen stellen en observeren hoe bewegingen worden uitgevoerd. Als je twijfelt, verwijs leerlingen dan altijd naar een dokter of therapeut.

Afsluiting:
Padma zegt: ‘Zelf ben ik heel erg blij als 30 studenten in mijn klas allemaal iets anders doen. Dan doen ze het op hun eigen manier. Ik denk dan: ‘wow’. Geef de boodschap: “Jouw lichaam is van jou, eer jouw lichaam”. Want we verwachten niet om kopieën van elkaar te zien.’

Door: Ria Voerman